Zó maak je kimchi!

Instructies:

Snijd de Chinese kool eerst in kwarten. Verwijder het kontje en het hart. Snijd de kool in repen van 1 tot 2 cm breed. Snijd de wortel in plakjes. Pel de ui en maak de bosui schoon. Snijd de ui in ringen en de bosui in stukken van ongeveer 2 cm. Pel de knoflook. Rasp de knoflook en de gember fijn. Doe de Chinese kool, wortel, ui, bosui, knoflook en gember in een kom: je hebt ongeveer 650 gram nodig. Weeg 2% van het totaalgewicht (zonder kom) af aan zout. Voeg het zout, de sojasaus en de kimchimix toe en meng. Kneed licht tot de kool vocht loslaat, of laat de kom 30 minuten staan. Dan doet de tijd al een groot deel van het werk. Als er vocht op de bodem van de kom ligt, stop je het mengsel hand voor hand in een fermentatiepot. Vul de pot tot 3/4, ca. 4 cm onder de rand. Duw tussendoor steeds goed aan zodat alle lucht eruit is. Zorg dat de groenten volledig ondergedompeld zijn en veeg de rand van de pot goed schoon. Sluit de pot. Omdat er bij de fermentatie van kimchi best veel gas kan ontstaan, kun je het best werken met een waterslot dat het overtollige gas laat ontsnappen. Als je een dicht deksel gebruikt, houd dan de druk in de gaten en laat overtollig gas regelmatig ontsnappen. Laat de kimchi een paar dagen fermenteren op een temperatuur van 19 tot 21 °C en daarna iets koeler. De kool gaat flink werken: schrik niet als je pot overstroomt. Zet er voor de zekerheid een schoteltje onder.